Nu worden ze pas echt gezien…
NU WORDEN ZE PAS ECHT GEZIEN…
Niet gezien in het verleden…
In het gezin…
Van generatie op generatie
Liet zich steeds hetzelfde zien.
Bij de vrouw..
Maar het ging verder terug
Het ging terug naar vorige levens.
Niet… nooit gezien als de echte vrouw
Die de gaven van het helen in zich had
Om vanuit haar liefde daarmee de mensen te helpen,
Te ondersteunen.
De helende vrouw..
De empathische vrouw
De mystieke vrouw
De liefdevolle vrouw
De oprechte vrouw..
De gaven die ze in zich had, mochten niet worden gezien
Want.. werden ze gezien, dan wachtte de brandstapel
Of een diepe put…
Ja.. gezien werd ze …
Maar als een heks, een slechte vrouw,
Een gemene tovenares..
Gevuld met demonen.
Deze vrouw…
Werd geslagen met dikke touwen, gegeseld
Met brandende stokken langzaam gemarteld, diep verwond
En .. in het vuur gegooid.
Het lichaam … misbruikt…. mishandeld..
Deze vrouw bleef sterk… Rechtop staan..
Tijdens haar gruwelijke lijdensweg.
Tot de laatste minuut van haar leven..
Tot de vreselijke dood haar wachtte.
Ze zou haar gaven in een volgend leven
Nooit meer laten zien..
In de levens die volgden..
Ze werd vernederd,
Gestenigd.
Wat deden de mannen?
Niets…
Ze waren belust op hun macht
En op de onmacht van de vrouw..
Belust en zegevierend lieten zij zich
Door het ego bevredigen
In het doen en laten..
In hun acties..
Maar…. Niet alle mannen waren belust.
Niet alle mannen gooiden zich in de strijd
Om deze wijze vrouwen te verkrachten,
Te mishandelen,
Eindigend op de brandstapel ,
Wachtend op de dood.
Er was een innige verbondenheid
Tussen deze wijze spirituele vrouwen
En die kleine groep mannen van toen.
Het was de spiritualiteit die hen verbond
De wijsheid die ze samen deelden
De oude wijsheid van eeuwen geleden
Levend in hun innerlijke wereld.
Deze mannen leefden net zoals
Deze vrouwen vanuit hun hart.
Zij hielden zich op de achtergrond
Als er weer vrouwen op de brandstapel terecht kwamen
Of mishandeld werden
En hun lichaam behangen met stenen
in een diepe put werd gegooid.
Maar op een dag gebeurde er iets…..
Deze mannen die zich altijd op de achtergrond hielden
Werden naar voren geroepen.
Zij kregen de opdracht deze vrouwen
Te stenigen, te slaan met ijzerstaven en
Met brandende stokken.
Ze vielen op hun knieën ..
Prevelden gebeden.
Ze keken omhoog naar de hemel
En zeiden:
“God… zij met ons en met deze onschuldige vrouwen.
Met deze vrouwen vervuld van een liefde
En een wijsheid.. zo oud..”
Zij weigerden hun opdracht uit te voeren.
Deze krachtige, liefdevolle, wijze
oprechte mannen wachtten
hetzelfde lot als deze vrouwen.
Ze moesten zich op die dag uitkleden
En werden verwond door de fakkels,
door de vuurstaven
Gemarteld met ijzeren staven
En gestenigd…
En toen… werden ze
Op het vuur gegooid,
Dat hoog oplaaide..
Deze vrouwen en mannen
Gevuld met de gaven om te helen..
Hun zielen reisden samen terug
Naar de wereld van het licht.
Daar verenigden ze zich
En zouden in een later leven
In een andere vorm
Terugkeren op deze aarde..
In deze wereld van nu.
Het is zo mooi om te voelen en te weten
Dat de zielen van deze mannen en vrouwen
Elkaar nu weer terugvinden, ontmoeten.
Om samen hun helende gaven liefdevol
Te omarmen
En in vrijheid te kunnen laten stromen
Voor de mensheid in de huidige wereld ..
Na alle lessen die geleerd zijn,
De testen die zijn doorstaan,
Het karma dat is ingelost
Het vuur van de brandstapel
Dat is geblust..
Is er een ander prachtig vuur
In beweging ..
In de binnenwereld
Van deze vrouwen en mannen
Die dit vuur voorgoed in alle hevigheid
Ongeremd kunnen laten branden..
Hun spirituele gaven
Door en in hun vereniging en samensmelting
Met elkaar
Kunnen groeien en bloeien
Als nooit tevoren
In hun vermogen van een
Ongekende gezamenlijke kracht
Vertegenwoordigd en gevoeld
In hun hele wezen.
Eindelijk….
Nu … pas nu…
kunnen en worden ze gezien
in hun volle oprechte kracht
verweven met een innerlijke zachtheid
in een samenwerking
in vrijheid, zonder beperkingen
Ze kunnen nooit meer
over het hoofd worden gezien..
Nu worden ze pas echt gezien..
In deze tijd…in dit leven…
Voorgoed…
Hetty Aarts