
Mijn reis naar het licht..
MIJN REIS NAAR HET LICHT..
Ik kijk mezelf in de ogen
Het duurt heel even..
En dan
Stroom ik een andere wereld binnen, mijn wereld..
Verward kijk ik om me heen
Wat nu?
Plotseling zie ik een deur voor me
Behoedzaam open ik die..
Er toont zich een landschap
Een landschap, gevuld met stenen, onkruid, zaden, kleurrijke bloemen, bergen en diepe dalen
Stapje voor stapje loop ik verder
Eerst langzaam.. dan steeds sneller.
Opeens stoot ik mijzelf aan een steen
En weer voel ik de pijn van het verleden.
Dit heb ik toch allemaal al een keer doorleefd en achter me gelaten
Waarom nu weer?
Dan begrijp ik het, de pijn is nog niet helemaal doorvoeld en me hiervan bewust loop ik verder
Ik zie een dal en herken het..
Jaren geleden was ik daar beneden in dit diepe dal
Binnen in mij bespeur ik trots
Gered heb ik mezelf… toen
Leren, leren, steeds weer
Zo klom ik uit dit dal naar boven
Op mijn weg naar innerlijke wijsheid
Glimlachend raak ik verderop zachtjes de kleurrijke bloemen aan
Daartussen groeit onkruid
Ook dat hoort erbij, de hobbels in het leven
Dan zie ik zaadjes…. Iets nieuws wacht.. wacht op mij..
Mijn blik wordt naar een prachtige hoge berg getrokken
Hoe vaak was ik in de wolken, wanneer ik droomde van een andere wereld, ver verwijderd van hier.
Er was een verlangen in mij, een verlangen naar mijn thuis.
Opeens zie ik een deur
De kleur ervan is violet. Deze kleur trekt me erg aan.
Verwachtingsvol open ik de deur
En dan…. gebeurt er iets..
Mijn gids staat ineens voor mij
Deze ontmoeting… ik kan het nauwelijks geloven.
Hij kijkt me aan
De rust.. de liefde… zijn uitstraling… verwarmt mij
Hij pakt mijn hand
Samen gaan we verder
Zonder woorden
We zijn omgeven door een helder gouden licht
Overal zie ik kristallen. Alles is zo transparant..
De mooiste bloemen bloeien hier
Hier voel ik de onvoorwaardelijke goddelijke liefde
De sfeer is zo vredig
De stilte…. Nog stiller
Dan kijk ik mijn gids aan.
Mijn ogen zeggen hem: “Deze dimensie… ik wil niet meer weg… Ik wil hier blijven.”
Zonder woorden spreekt hij tegen mij:
“Alles wat jij hier ziet, leeft en woont ook al zo lang in jou… zo lang heb jij dit in jou weggestopt
Je was immers op zoek in de buitenwereld.
Vind het geluk, de liefde steeds weer in jouzelf, in de stilte, in jouw stilte.
Ga de stilte binnen… ik zal bij je zijn, je kunt me daar voelen… ik was altijd al bij jou.. al toen je geboren werd..
Je zag me nooit, je voelde me nooit en toch was ik er altijd, iedere minuut van jouw leven.
Ik week nooit van je zijde. Toen niet, nu niet…nooit..
Ik begeleid je altijd..”
Dan komt het afscheid.
Ik heb tranen in mijn ogen als hij mij liefdevol omarmt.
Het wordt tijd om me om te keren
Ik open de violet gekleurde deur en doe hem zachtjes achter me dicht.
Dan kom ik weer terug in het bijzondere landschap, het is het landschap van mijn innerlijk, mijn binnenste..
Ik maak de volgende deur open, de deur die naar mijn buitenwereld leidt
En dan…. kijk ik mezelf weer in de ogen
Die nu zo stralen…
Hier begon ik even geleden mijn reis..
De reis naar het licht.